Samen fietsen is leuker: je passie delen, nieuwe routes ontdekken en elkaar uitdagen. Ga je met een groep op pad dan is het verstandig om vooraf een aantal afspraken te maken. Op deze manier voorkom je ongelukken. Bovendien draag je zo bij aan een positief imago van onze sport. Andere weggebruikers ergeren zich aan grote groepen. Vaak onterecht.
Laat zien dat wielrenners juist rekening houden met anderen en denk goed na over de groepsgrootte en je eigen gedrag als je de weg opgaat. Ons advies is maximaal 14 personen op de weg, maar splits op in kleinere groepen als dat nodig is. Kijk voor vertrek daarom naar:
Spreek met elkaar af wat je normaal vindt. Zo is het niet dragen van een helm not-done en je houden aan de verkeersregels een absolute must. Gedraag je in het verkeer, wees vriendelijk naar andere weggebruikers en laat geen afval slingeren. Gebeurt dit toch? Spreek elkaar er dan op aan. Dan kunnen we namelijk allemaal blijven genieten van onze favoriete sport.
Communiceren in het verkeer is belangrijk. Dit doe je binnen je groep zowel verbaal als non-verbaal, met tekens. Tekens worden altijd van voor naar achter (of bij achteropkomend verkeer andersom) verbaal doorgegeven. De voorste rij fietsers en de laatste rij fietsers geeft de tekens ook non-verbaal door, zodat de overige weggebruikers weten wat jouw groep van plan is. Overdrijf niet met tekens en blijf consequent. Anders gebeuren er ongelukken.
Gebruik een bel om aan anderen kenbaar te maken dat je wil inhalen. Ga bij pech, zoals een lekke band, van de weg of het fietspad af. Zo maak je ruimte voor anderen.
Door rood rijden, afval laten slingeren en agressief inhalen; voorbeelden van gedrag waar het grootste deel van wielrennend Nederland zich aan stoort bij andere wielrenners. En toch komt het voor. Een kleine groep verpest zo het imago van de wielrenner en daar hebben alle wielrenners last van, onterecht. Dus: dame of heer, De Echte Wielrenner gedraagt zich in het verkeer!
Lees meer
Geef (en gun) elkaar en andere weggebruikers de ruimte. Kijk ver vooruit. Zo heb je voldoende tijd en ruimte om je snelheid aan te passen en je positie op de weg te kiezen als je andere weggebruikers ziet. Haal alleen in als er voldoende ruimte is. Als dat betekent dat je even moet wachten, fiets dan op gepaste afstand achter de ander.
Rijd je in een kleine groep, dan kun je makkelijk en snel ritsen om inhalend of tegemoetkomend verkeer te laten passeren of bij obstakels. Na het teken 'ritsen' ga je áchter de persoon rijden die rechts naast je fietst. De rechterrij laat dan telkens na een renner een gaatje vallen, pak 'm beet één fietslengte. Zo kan links inritsen en rijdt de hele groep in no-time in één rechte lijn achter elkaar.
De hele rit op kop rijden is goed voor je beenspieren en je conditie. Zelfs de beste renner heeft af en toe rust nodig. Draai daarom door en gun elkaar die rust. Doordraaien doe je réchtsom, dus met de klok mee. De rechterrij blijft een constant tempo rijden. De linkerrij gaat ongeveer 2 kilometer sneller fietsen. Degene die op kop invoegt van links naar rechts, kijkt om en ziet dan of er voldoende ruimte is om in te voegen vóór de rechter renner. En zo komt er telkens een nieuwe fietser op kop.
Probeer ervoor te zorgen dat de voorkant van je voorwiel niet voorbij de achterkant van het achterwiel van je voorganger komt. Zelfs al zou je op tijd kunnen reageren en kunnen voorkomen dat de wielen elkaar raken als je voorganger uitwijkt, het zorgt voor een schrikreactie bij degenen die achter je rijden. Zij hebben minder reactietijd en kunnen een onverwachte slinger maken, met alle gevolgen van dien.
Je fietst (als het goed is) niet alleen in een groep om elkaar naar ongekende hoogte te stuwen, maar juist omdat je geniet van elkaars gezelschap. Een veelgehoord cliché maar daardoor niet minder waar is 'samen uit, samen thuis.' Houd het leuk voor elkaar zodat je in de toekomst samen op pad blijft gaan.