Deze pagina is bedoeld voor iedereen die meer wil weten over het aanleggen van een nieuwe mountainbikeroute of een bestaande mountainbikeroute wil aanpassen, zoals trailcrews of een routebureau. Ben je een enthousiaste mountainbiker die een goed plan heeft? Meld je dan bij een mountainbikeclub of trailcrew bij jou in de buurt om samen op te trekken.
Voordat je kunt beginnen met de aanleg van een route, heb je eerst huiswerk te doen.
Behalve veel tijd, kost een mountainbikeroute ook een flinke som geld. Verdiep je hier goed. Maak een inschatting van het benodigde budget. Kijk verder dan alleen de aanlegkosten, maar houdt ook rekening met structureel onderhoud- en beheerkosten.
Dat geld moet ook ergens vandaan komen. Je hebt verschillende mogelijkheden voor de financiering van een mountainbikeroute. Denk aan het NTFU Bosch eBike Systems Trailfund, subsidies via gemeenten en Provincies, sponsoring via (lokale) ondernemers en donaties van mountainbikers zelf via een vrijwillig vignet.
Hieronder is een overzicht met kosten voor aanleg en onderhoud te downloaden.
Mountainbikeroutes aanleggen en onderhouden kost tijd en geld. En dat geld, ook dat moet je zelf regelen. Daarom zetten we de mogelijkheden waarmee je geld op kunt halen voor je op een rij.
Lees meer
De aanleg van een mountainbikeroute, bikepark of pumptrack start pas als het ontwerp van je project definitief is, de vergunningen verleend zijn en de financiering rond is. Alleen buiten kwetsbare perioden voor de natuur, zoals het broedseizoen, kun je aan de slag.
Daar heb je (bijna) altijd een professional bij nodig. Hij of zij adviseert je bij de planning, het ontwerp en de aanleg van de route. Het is belangrijk dat zo’n professional ervaring heeft met de aanleg van mountainbikeroutes en kennis heeft van relevante wetgeving (Omgevingswet, Natuurwet, et cetera). Nederland kent een aantal professionele routebouwers die ook de projectbegeleiding voor hun rekening kunnen nemen. In willekeurige volgorde:
Vrijwilligers vormen sowieso een belangrijke schakel bij het onderhoud van routes. Zonder vrijwilligers kunnen routes niet ontwikkeld en in stand worden gehouden. Vraag leden van de vereniging / stichting of zet een korte enquête uit om een beter beeld te krijgen van het vrijwilligerspotentieel in de gemeente of regio.
De routebouwer is ook degene die over het uitvlaggen van een mountainbikeroute gaat. Dat uitvlaggen vindt plaats voordat er gebouwd wordt. Er zijn een groot aantal aspecten waar je rekening mee moet houden, waaronder de aantrekkelijkheid, veiligheid, fauna et cetera.
Daarna moet er ruimte gemaakt worden, zodat straks de kraanmachinist de mountainbikeroute goed kan afgraven. Dat is werk wat de routebouwer vaak samen met vrijwilligers doet. Zij helpen mee met snoeien, takken knippen en wortels wegnemen. Zeker bij grote projecten is het dus belangrijk om voldoende vrijwilligers te hebben. Met de professionele routebouwer maak je van tevoren afspraken welke werkzaamheden de vrijwilligers precies uitvoeren.
Pas wanneer de volledige route klaar en vrijgegeven is, begin je met de bebording. Vrijwel alle mountainbikeroutes in Nederland gebruiken dezelfde bebording, zodat het voor mountainbikers duidelijk én herkenbaar is:
Borden plaats je op routepalen. Routepalen kunnen van allerlei materialen gemaakt worden, maar meestal wordt hout gebruikt. Het is een milieuvriendelijke, hernieuwbare grondstof, kan eenvoudig bewerkt worden, ziet er natuurlijk uit en gaat voldoende lang mee voor een routepaal. Belangrijk is te kiezen voor een van nature duurzame houtsoort, zoals kastanje, robinia en inlandse eik. Inlandse eik is ruim beschikbaar tegen concurrerende prijzen en daarom de meest gebruikte houtsoort voor routepalen. Het is aan te bevelen FSC- of PEFC-gecertificeerde palen te gebruiken, zodat je zeker weet dat het hout uit een duurzaam beheerd bos komt.
Vervolgens laat je het moeilijkheidsniveau van de mountainbikeroute beoordelen. Net als op de skipistes geeft een kleur de moeilijkheidsgraad van de route aan. Groen is makkelijk, blauw gemiddeld, rood moeilijk en zwart zeer moeilijk. Zo kunnen mountainbikers beter bepalen of ze ervaren genoeg zijn voor de mountainbikeroute.
Groene mountainbikeroutes zijn de makkelijkste routes om te mountainbiken. De brede paden maken een groene route ook geschikt voor gravelbikers, mensen die beginnen met mountainbiken of af en toe op de mountainbike stappen en dus weinig kilometers maken.
Blauwe routes zijn geschikt voor de gemiddelde recreatieve mountainbiker of de sportieve gravelbiker. Hij of zij weet hoe je moet remmen en schakelen en kijkt ver genoeg vooruit om risico’s in te kunnen schatten.
Rode routes zijn geschikt voor de mountainbiker die in staat is om ver genoeg vooruit te kijken zodat hij of zij kan reageren op de omstandigheden. De mountainbiker moet een snelle afgewogen keuze kunnen maken om een obstakel te nemen of er omheen te fietsen. Deze mountainbiker is wekelijks in het bos te vinden.
De wedstrijdrijder, bikeparkfanaat of mountainbiker met ervaring in het buitenland op rotsachtig terrein kan op een zwarte route uit de voeten. Vallen gebeurt hier altijd op hoge snelheid, de landing is moeilijker en de ondergrond – zoals in een rockgarden – is vaak harder. Zeker niet geschikt voor de beginner.
Wil je jouw mountainbikeroute(s) laten classificeren of wil je meer weten over het kleurcodesysteem? De NTFU helpt je daar graag bij.
Lees meer
Het internationale symbool - de driehoek met de twee bolletjes - is de bewegwijzering van de route. Het bord geeft de rijrichting aan, zodat op de route blijft.
Voor de moeilijkheidsgraad van een mountainbikeroute zijn aparte borden. De kleurcodering hangt ónder de routepijl: groen (makkelijk), blauw (gemiddeld), rood (moeilijk) en zwart (zeer moeilijk).
Waarom twee verschillende borden? Omdat we een klein landje zijn, liggen er vaak verschillende routes dicht op elkaar. Om die goed van elkaar gescheiden te houden, zijn er aparte routeborden en krijgt elke route aparte borden voor de moeilijkheidsgraad.