De NTFU vroeg 700 gravelbikers het (houthakkers)hemd van het lijf. Lezers van Fietssport, Velozine en Fiets vertelden wat voor type gravelbiker ze zijn, wat zij zo leuk vinden aan gravelbiken en welke fietsen en merken ze rijden.
In het voorjaar van 2022 accepteerden meer dan 700 gravelbikers de uitnodiging van wielersportbond NTFU om deel te nemen aan hun gravelbike-onderzoek. Enorm bedankt als je hebt meegedaan, want jouw feedback is belangrijk. Je helpt de NTFU om gravelbikers beter te leren kennen, te begrijpen wat jou motiveert en wat belangrijk voor je is. De NTFU zet zich in voor wat jij als gravelbiker, mountainbiker of wielrenner belangrijk vindt. Met meer inzicht in de doelgroep, kan de bond beter beleid maken, bijvoorbeeld voor toegang bij terreineigenaren en overheidsinstanties.
We wilden weten op welk type fiets je het meeste gravelt. Het zal je niet verbazen: de gravelbike is veruit het meest populair. Slechts een enkeling (3 procent) waagt zich op de racefiets op het gravel.
Gravelbiken wint al jaren aan populariteit en gravelbikes zijn dus ook niet aan te slepen. We vroegen daarom welk merk gravelbike je hebt en de top-3 wordt gedomineerd door Canyon, Cannondale en Specialized.
Gemiddeld geven gravelbikers 2.776 euro uit aan een gravelbike. Dat is een stuk hoger dan de gemiddelde aanschafprijs voor een racefiets (1.517 euro) of een mountainbike (1.086 euro). Dat kan er mee te maken hebben dat nog relatief weinig tweedehands gravelbikes te koop zijn. Slechts een klein deel van de gravelbikers (amper 5 procent) kocht hun gravelbike namelijk tweedehands. De meeste gravelbikes werden in de fietsenzaak gekocht (61 procent). Een vijfde kocht de fiets online bij het merk en tien procent kocht ’m online via een fietsenwinkel.
Vrijwel alle gravelbikers (93 procent) hebben – behalve een gravelbike – nog een andere fiets in de garage staan. Ruim de helft heeft een racefiets, een goede 40 procent bezit ook een mountainbike en een derde heeft ze allebei.
De gravelbike wordt het meest gebruikt. Maar ook die andere fiets halen ze nog regelmatig van stal. Vooral de afwisseling tussen gravelbiken en wielrennen is populair: ruim een derde van de ondervraagden wielrent ook. De helft pakt gedurende het jaar de racefiets én de mountainbike, naast de gravelbike.
We vroegen ook hoe vaak je gravelbiket. Dat varieert: 40 procent geeft aan maximaal 4 keer per maand te gravelbiken. De andere groep – ook zo’n 40 procent – pakt 4 tot 8 keer per maand de gravelbike. Slechts 10 procent rijdt 9 keer of vaker per maand een gravelroute.
Om een zo mooi mogelijke route te rijden, maakt een kleine 50 procent voor vertrek zelf een route, via Strava of Komoot. Ruim een kwart downloadt een bestaande route, voornamelijk via Komoot en Gravelrides.cc. De meeste gravelbikers geven aan op de toegangsregels te letten, als ze een route maken of downloaden. Amper 20 procent gaat zónder vooraf bedacht plan op pad.
We wilden ook weten hoeveel kilometer je graag uitstippelt: een rit tussen de 40 en 80 kilometer. Vooral Gelderland, Noord-Brabant en Utrecht zijn populair. Een kwart van de gravelbikers heeft er een ritje in de auto of trein voor over, om een mooie route te rijden. Ruim een derde vertrekt gewoon vanuit huis.
Het mooie aan gravelbiken is dat je weggetjes die normaliter links laat liggen, met een gravelbike wel kunt induiken. Op onze vraag over wat voor type paden je graag rijdt, kiest dan ook het merendeel voor een combinatie van fijne en grove gravelpaden, flowy singletracks en verharde wegen. Een derde wil zoveel mogelijk gravel voor zijn of haar banden hebben. Het liefst fijne gravel, zoals schelpenpaden en hardpack gravel.
Gravelbiken is overgewaaid vanuit Amerika, waar al jaren tal van gravelevenementen zijn. Ook in Nederland zijn steeds meer graveltochten. Het merendeel van de ondervraagde gravelbikers doet ook mee aan die tochten. Tochten georganiseerd door een wielerclub zijn het meest populair: 50 procent meldt zich hiervoor aan. Gevolgd door eendaagse evenementen (een kwart), zoals Where The Streets Have No Name. Anders dan in Amerika, is er in Nederland nauwelijks behoefte aan gravelwedstrijden.
Dat weten we nog niet. Het onderzoek is met zo’n 700 deelnemers te klein om daar een goed antwoord op te geven. De NTFU zoekt daarom partners voor een uitgebreid onderzoek naar het gravelbiken in Nederland.
Als initiatiefnemer van de Wielersportmonitor bracht de NTFU in 2014, 2016 en 2017 de markt voor wielrenners en mountainbikers in kaart. In 2019 deed onderzoeksbureau Ipsos, in opdracht van de NTFU, grootschalig onderzoek naar de ontwikkelingen in de omvang van de wielersport en de motivatie en bestedingen van wielersporters.
Benieuwd naar de resultaten? Bekijk de factsheet of download het volledige onderzoek.
Hoe ontwikkel je een beleidsplan dat de behoeften van leden weerspiegelt en verenigingsbreed gedragen wordt? TC de Pedaleurs Malden nam haar kernwaarden in overweging en stelde in overleg met haar leden een nieuwe toekomstvisie op.
Het coronatoegangsbewijs is niet verplicht voor sport in de buitenlucht. Het kabinet wilde per 6 november de QR-code invoeren voor sporters en publiek, zowel binnen én buiten. Na protest van de Nederlandse sportwereld en druk uit de Tweede Kamer ziet het af van de verplichting voor buitensporten. Voor de binnensport blijft de maatregel wel gelden. Voor toegang tot kleedkamer, toilet of de kantine moeten sporters en publiek hun toegangsbewijs laten scannen.
In NTFU-regio 20: Oss-Uden en omgeving hebben tien NTFU-clubs zich verenigd in het Maashorst Veldtoertochten Overleg (MVTO). Dit overleg is vijf jaar geleden in het leven geroepen om zaken onderling beter met elkaar af te stemmen en om een centraal aanspreekpunt te vormen voor gemeenten, natuurbeheerders en andere sportverenigingen.
Het aantal wielersporters in Nederland is toegenomen tot meer dan 900.000. Steeds meer mensen wielrennen, mountainbiken of gravelbiken, blijkt uit onderzoek van wielersportbond NTFU in samenwerking met Ipsos. Wat opvalt is dat de helft van de vrouwen in de wielersport jonger dan 35 jaar is. Bij de mannen is dit 23 procent.
Wat doe je als je club in onrustig vaarwater terechtkomt? De Tweewielers en WV Holten herrezen als een fenix uit de as, met een beetje hulp van de NTFU. Dit is hun verhaal.
Een vereniging draait op vrijwilligers. Het bestuur, verschillende commissies, de uitpijlers van een tocht, de eventuele bardiensten: elke club is afhankelijk van een enthousiaste groep vrijwilligers. Toch blijft dit vaak een probleem. Wij geven je 6 tips hoe je de juiste vrijwilligers vindt voor jouw vereniging.
De NTFU wil dat mountainbikers over mooie en veilige routes rijden. De bond helpt daarom trailcrews die de tracks aanleggen. Ruim 30 van die crews kwamen naar de landelijke Traildag. Doel: leren van elkaar hoe je routes nóg beter aanlegt en onderhoudt.
Wielrennen, mountainbiken of gravelbiken is gezond. Maar de ongevallencijfers laten ook een keerzijde zien. Als het misgaat, is het letsel vaak ernstig. De NTFU, KNWU en het kenniscentrum letselpreventie VeiligheidNL gaan daarom samenwerken om fietsongevallen te voorkomen.
Oudere fietsers die starten met wielrennen of leden van je vereniging die een jaartje ouder worden hebben meer kans op blessures en vallen omdat er niet altijd passend aanbod is. Om deze personen beter te kunnen bedienen en binden als vereniging, heeft de NTFU een samenwerking gestart met het Ouderenfonds. In het programma ‘Oldstars’ ga je met je vereniging aan de slag met deze oudere doelgroep.
NTFU en KWbN verwelkomen van harte Natasha Wijgerse in hun midden. Natasha gaat organisatoren van beide bonden helpen bij het aanvragen van vergunningen en het doorlopen van stikstofberekeningen.